Hofmann & Czerny

Hofmann & Czerny AG (niet te verwarren met andere pianobouwers zoals Ferdinand Hofmann, August Hoffmann, George Hoffmann, W. Hoffmann, Karl Hofmann, Hofmann & Scholz of Hofmann & Schulze) werd opgericht in 1903 van Julius Carl Hofmann (geb. 1873, Bohemen. overleden 1948, Wenen) in Penzing (Wenen) en stond destijds bekend als Europa’s grootste pianofabrikant. Het werd op 11 juni 1931 bekroond met het Oostenrijkse wapen, aangezien het vroeger de persoonlijke pianoleverancier van het keizerlijk hof was. Het bedrijf produceerde en verkocht wereldberoemde piano’s onder de naam “Hofmann” en later als “Hofmann & Czerny”. Het bedrijf begon in 1924 met de productie van piano’s in zijn fabriek onder licentie. De piano’s werden ook in Tsjechoslowakije geproduceerd onder “Jihlavská továrna, a.s.” gegenereerd onder licentie.

Tegen het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw probeerden veel Oostenrijks-Hongaarse gezelschappen met hun eigen producten te concurreren in het enorme succes van de Duitse pianoorkesten. In 1913 ontwikkelde Hofmann een orkestrion nadat hij stappen had gezet richting het bioscooporgel. Het pianobedrijf Hofmann & Czerny met het merk “Continental” was, in tegenstelling tot andere kleinere merken in die tijd, zoals de gebroeders Stingl, een leider in het orkestrion-instrument in het Oostenrijks-Hongaarse rijk.

Isabella Sommer schrijft in het artikel Het pianospelende instrument Phonola :

“De grootste pianofabriek van Wenen, Hofmann & Czerny (…) produceerde niet alleen piano’s, maar ook muziekmachines en orkesten met ‘militaire muziek’, die voor de oorlog in herbergen en cafés waren geïnstalleerd. Vanaf september 1914 werden hier munitiekisten gebouwd in plaats van piano’s, maar de muziekautomaten werden nog efficiënter ingezet doordat het bedrijf op de toren van hun fabrieksterrein een ‘machtig muziekwerk’ plaatste, dat elke ’s avonds om 8 uur, de wacht op de Rijn, het keizerlijke lied: “Gegroet in de krans, Mijn Oostenrijk, de mars van Radetzky en Rákóczi. De muziek is tot in de wijde omtrek te horen en wordt overal enthousiast ontvangen.”

De twee meest verkochte piano’s waren de Hofmann 7 octaven vleugelpiano MOD XV (later Hofmann & Czerny M15) met dubbel echappementmechanisme van Renner en de Belcanto 7 ¼ buffetpiano met de nieuwe en extra klavecimbelklank wanneer het middelste pedaal wordt ingedrukt. De combinatie van het pianomechaniek van Renner en de betaalbare ketel van Hofmann & Czerny maakte het instrument destijds tot een van de meest populaire in Europa. De productie stopte in 1963, maar het bedrijf wordt nu gerund door Hans Helmut Dittmer, de kleinzoon van Hans Suchy, een voormalige collega van Hofmann’s.

lees verder

Leeftijd weten van uw INSTRUMENT?

Wij stemmen en onderhouden vele vleugel-/piano’s van dit merk. Wilt u de leeftijd en productielocatie (of klik op overzichtskaart) weten van uw instrument, zoeken we het graag even op. Stuur ons even berichtje met serienummer en een foto!